Jump directly to the Content

News&Reporting

Er wordt weer gebeden in de eeuwenoude rotskerken van Petra

Ad Deir, ‘het klooster’, is het grootste monument van Petra. Oorspronkelijk waarschijnlijk een tempel voor een Nabatese koning; wanneer het een kerk is geworden, is niet bekend.
|
Er wordt weer gebeden in de eeuwenoude rotskerken van Petra
Image: Courtesy of Board of Commissioners of the Petra Regional Authority
Voorganger was de Grieks-orthodoxe aartsbisschop Christoforus.

[English]

Beeld je even in dat je Indiana Jones bent. Je gaat de smalle, bijna anderhalve kilometer lange Siq-kloof door, met rotsen aan weerskanten hoog boven je hoofd. Dan ga je een hoek om en zie je de uitgestrekte ruïnes van de oude stad Petra, met haar majestueuze Schatkamer, de graftempel van een Nabatese koning uit de eerste eeuw. Voorbij het bijna veertig meter hoge bouwwerk klim je een steile trap van achthonderd treden op, naar het al even imposante klooster Ad Deir.

Dat is het grootste monument van Petra, maar voor je daar komt, neem je een zijpad naar een andere ruïne. Er ligt een mozaïekvloer rondom half vergane zuilen. In de film met Harrison Ford zou er nu een ridder uit de elfde eeuw te voorschijn komen, die beschermd wordt door de Heilige Graal. Maar jij ruikt wierook en je ziet de Grieks-orthodoxe metropoliet van Jordanië, die je de communie uitreikt.

In januari van dit jaar ging aartsbisschop Christoforus voor in de eerste christelijke kerkdienst op deze plek sinds 1400 jaar.

Andere generaties filmliefhebbers denken misschien eerder aan The Mummy Returns, Transformers: Revenge of the Fallen of zelfs Mortal Kombat: Annihilation. Jordanië ver- dient goed aan Hollywood-producties die hier worden gefilmd. Maar dat valt nog in het niets vergeleken met de 5,3 miljard dollar die de toeristenindustrie jaarlijks binnenbrengt. In 2022 ontving Petra 900.000 bezoekers, bijna een kwart van het totaal aantal toeristen in het land.

‘Het is een grote zegen om op deze heilige plaats in Petra te zijn’, zei aartsbisschop Christoforus aan het begin van de viering. ‘Wij denken aan de heiligen en aan het gees- telijk erfgoed van ons groot en gezegend vaderland.’

In 2021 lanceerde Jordanië een vijfjarenplan voor het toerisme, met een nadruk op religieuze locaties. Daaronder Bethanië over de Jordaan (waar Jezus werd gedoopt), de berg Nebo (van waar Mozes het Beloofde Land kon zien) en Mukawir (waarschijnlijk de plek waar Johannes de Doper werd onthoofd).

Een kwart van de bezoekers van de doopplek zijn Amerikanen. Jordanië hoopt dat de religieuze toerist ook Petra bezoekt en daarna nog langer in het land blijft.

‘Helaas is Petra vooral bekend van de Schatkamer en de Siq-kloof’, zegt Fares al-Braizat, voorzitter van de regionale bestuursraad. ‘Maar het heeft veel meer te bieden en de kerken zijn daar onderdeel van.’

Tot nu toe zijn er tien ontdekt; opgravingen zijn nog gaande. De Byzantijnse kathedraal uit de vijfde eeuw werd pas in 1990 ontdekt en was acht jaar later volledig uitgegraven. De restauratie is inmiddels zover gevorderd dat Al-Braizat Petra kon toevoegen aan de lijst van christelijke historische plaatsen in Jordanië. Het draagt bij aan de reputatie van zijn land als openluchtmuseum, zegt hij.

Christenen in het land zijn er blij mee. ‘Hoe kun je een historische kerk hebben zonder de zegen van het gebed?’, zegt David Rihani, voorzitter van de pinksterkerk Assemblies of God in Jordanië. ‘Aan Petra zie je dat de overheid waarde hecht aan de geschiedenis van het christendom in dit land.’

De bijbelse geschiedenis gaat nog verder terug. Petra was mogelijk al in 7000 v.Chr. bewoond en werd omstreeks de vierde eeuw v.Chr. de hoofdstad van het Nabatese Koninkrijk. Volgens de Joodse historicus Flavius Josephus en de Griekse vertalers van het Oude Testament stamde dit Arabische volk af van Nebajot, de oudste zoon van Abrahams zoon Ismaël. Volgens sommigen is Petra het bijbelse Kades, waar Mozes water uit de rots sloeg (Numeri 20).

Verderop in dat hoofdstuk sterft Aäron; ook zijn graf is in Petra, volgens de lokale overlevering én volgens Josephus en de christelijke historicus Eusebius, onder in een berg die als een koepel boven zijn graf staat.

Herodes de Grote plunderde Nabatea in 32 v. Chr., maar zijn zoon Herodes Antipas trouwde met de dochter van de Nabatese koning Aretas IV; in het jaar 27 scheidde hij van haar voor Herodias, de vrouw van zijn broer, wat aanleiding werd tot het conflict met Johannes de Doper.

Paulus vertelt in Galaten 1 dat hij na zijn bekering onmiddellijk naar ‘Arabië’ ging. Volgens geleerden slaat dat op het Nabatese Koninkrijk, dat toen ook Syrië omvatte. De Duitse kerkhistoricus Martin Hengel zegt dat het niet maar een tijd van bezinning was voor Paulus, die eerste drie jaar na zijn bekering. Hij was op weg naar Damascus meteen al als apostel geroepen; Petra was het doel van Paulus’ eerste zendingsreis.

Toerismechef Fares al-Braisat met de Vaticaanse nuntius in Jordanië, bij de Schatkamer in Petra.
Image: Courtesy of Board of Commissioners of the Petra Regional Authority / Edits by CT

Toerismechef Fares al-Braisat met de Vaticaanse nuntius in Jordanië, bij de Schatkamer in Petra.

Het is bekend dat er in de eerste eeuwen na Christus een Joodse gemeenschap was in Hegra, de tweede stad van het Nabatese rijk, niet ver van Petra. Jesaja 60 zegt dat er in het nieuwe Jeruzalem ‘rammen van Nebajot’ zullen worden geofferd. Volgens Hengel werd Paulus mogelijk door dit visioen van het messiaanse rijk geïnspireerd om naar Petra te gaan.

Maar er is geen archeologisch bewijs dat Paulus in Petra was, of dat hij een rol speelde in de bekering van het Nabatese volk.

Na de Byzantijnse kathedraal in 1992, werden nog twee kerken en een doopkapel opgegraven – terug in de tijd, hoe lager je op de berg komt.

De Richelkerk is de oudste, uit eind vierde eeuw; de Blauwe Kerk – zo genoemd naar de kleur van het Egyptisch graniet waaruit ze is opgebouwd – is waarschijnlijk net iets ouder dan de kathedraal. Daaraan werd later een doopkapel vastgebouwd. Alle vier kun je als toerist bezoeken.

De kerkvader Athanasius noemt een bisschop Asterius van Petra, die de ketterij van het arianisme afwees. Volgens aartsbisschop Christoforus waren er zeven bisdommen in Petra, die onder de kerk in Jeruzalem vielen. Een set van zo’n 140 papyrus-documenten die in de Byzantijnse kerk in 1993 werd ontdekt, maakt nog in de zesde eeuw melding van een bloeiende christelijke gemeenschap.

Maar het is niet bekend hoe het christendom in Petra is gekomen, zegt Pearce Paul Creasman, directeur van het American Center of Research (ACOR), dat de opgravingen deed. De graftombes laten zien dat Nabatese koningen als goden werden vereerd. En er waren tempels voor de plaatselijke god Dushara en zijn drie vrouwelijke metgezellen, Al-Uzza, Allat and Manat. Petra werd in het jaar 106 door de Romeinen veroverd; een aardbeving in 363 maakte een eind aan zijn ‘gouden eeuw’ als handelsknooppunt. Alle christelijke opgravingen dateren van daarna; mogelijk gaf de nieuwbouw gelegenheid om vorm te geven aan de christelijke identiteit van de stad.

Volgens sommige geleerden bleef Petra in meerderheid heidens; sommige tempels werden als kerk gewijd, andere bleven als tempel in gebruik. Omgekeerd bevat de Schatkamer ook christelijke inscripties uit later tijd. ‘Visies en religies veranderen’, zegt Creasman, ‘ook als de bevolking hetzelfde blijft.’

Petra verdwijnt daarna in de mist van de geschiedenis. Over het islamitische verleden is weinig bekend. Er is een kruisvaardersburcht uit de twaalfde eeuw en een eeuw later kwam de sultan van Egypte er op bezoek.

Westerse onderzoekers ontdekten Petra pas weer in 1812; de stad kwam op de Werelderfgoedlijst van Unesco in 1985. Sinds 2007 geldt het als een van de nieuwe zeven wereldwonderen.

Doordat Petra bekend staat als een ‘icoon van de Arabische wereld’, heeft de plek voor Jordaanse christenen extra betekenis. Chris Dawson, een Britse godsdiensthistoricus die lesgeeft op het Jordan Evangelical Theological Seminary (JETS), schreef de reisgids Travel Through Jordan. Hij noemt zestig locaties die een link hebben met de Bijbel.

‘Het idee is vaak dat alle echte Arabieren moslim zijn’, zegt Dawson. ‘Petra op de kaart zetten als een authentiek Arabische, christelijke stad – hoe veelkleurig ook – is een kans om iets anders te laten zien.’

Dat kan niet alleen in Petra. Pella is de stad waar christenen naartoe vluchtten na de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70. Vlak bij Madaba, met zijn beroemde mozaïekplattegrond van het Heilige Land, is een kerk die duidelijk een Arabische identiteit vertoont. In Jerash, een van de best bewaarde Romeinse steden, kun je je het leven in een antieke heidense stad voorstellen.

Behalve een tempel voor Zeus vind je er altaren voor goden, een orakel, een fabriek van afgodsbeeldjes en een markt waar offervlees werd verkocht. Hoe zouden christenen in zo’n stad hebben geleefd en gegeten?

‘Stap in de schoenen van de eerste christenen wanneer je Jerash bezoekt’, zegt Dawson. ‘Dan begrijp je beter onder wat voor druk zij leefden.’

Er loopt nog altijd een lijn van die vroege christenen naar hun geloofsgenoten van nu. Een collega van Chris Dawson aan het seminarie stamt af van de Ghassaniden, een christelijk volk, oorspronkelijk uit Jemen, dat zich begin derde eeuw in Syrië en Jordanië vestigde. Veel van de huidige christenen in het Midden-Oosten komen voort uit deze stam, zegt Haidar Hallasa, een kenner van de Arabische kerkgeschiedenis en voorganger in de Kerk van de Nazarener.

Een andere christelijke Arabische stam waren de Benu Kalb. De allereerste kalief van Damascus trouwde met een dochter van dit volk en benoemde een familielid van haar als gouverneur van Tiberias. Veel mensen van deze stam bekeerden zich uiteindelijk tot de islam; anderen vluchtten naar Constantinopel. Hallasa zegt soms tegen landgenoten: dat jullie moslim zijn, gaat niet terug op een overtuiging, maar op armoede. Arabische christenen moesten soms de extreem hoge jizya-belasting betalen.

Hallasa heeft een catalogus opgesteld van nog eens 52 stammen op het Arabische schiereiland die van oorsprong christelijk waren. Hij hoopt dat meer kennis van deze geschiedenis ertoe kan leiden dat mensen meer openstaan voor het evangelie. Maar vooral gaat het hem om onderlinge verdraagzaamheid.

Hij wordt geaccepteerd in zijn geboorteplaats Karak, waar hij nog steeds woont, 120 kilometer ten zuiden van Amman. De stad is Moabitisch, Nabatees en christelijk geweest en is nu overwegend islamitisch. ‘Radicale islamisten willen ons uit elkaar drijven’, zegt hij. ‘Ik zeg juist: jullie waren vroeger christenen, wij zijn het gebleven, maar we zijn allemaal samen één volk.’

Ook pinkstervoorganger Rihani is Ghassanid. Hij gelooft dat christelijke toeristen kunnen helpen Jordanië bij de wereldkerk te betrekken. Hun komst is niet alleen goed voor de kwakkelende economie, het is voor Jordaniers ook een kennismaking met het christelijk geloof. Als ze na het Heilige Land ook Jordanië bezoeken, kunnen ze bijdragen aan een uitwisseling van vrede.

Dat er weer gebeden wordt in de aloude kerken van Petra, vindt Rihani een geschenk uit de hemel. ‘God zegt tegen ons: Ik was hier vroeger al en Ik blijf hier bij jullie. Het evangelie is geen zaak van dode stenen; het leeft ook vandaag in Jordanië.’

Dit verhaal is met toestemming overgenomen uit Christianity Today.

April
Support Our Work

Subscribe to CT for less than $4.25/month

Read These Next

close